woensdag 31 augustus 2011

Bommeliaans gesnurk


Bij de deurpost: Lady GaGa als de schutterende Jansen. Daarachter: Jamie Bell als Kuifje. Waarom word ik zo somber van dit kind? Omdat ik het gevoel heb dat Spielberg er niks van heeft begrepen? Omdat hij de identiteit van onze held om zeep helpt door elke verwarring over diens leeftijd uit te sluiten?

Over een filmproducent die de plank misslaat, las ik onlangs rake woorden in ‘Een heer vertelt’, pijnlijk intieme herinneringen* van Marten Toonder. De verteller - in zijn laatste levensjaren, doodmoe - beklaagt zich over de Bommelfilm van Rob Houwer:

‘Het eerste beeld is van Heer Bommel, uitgestrekt in een luie stoel, snurkend aan het slapen. Je verwacht dan dat daar Bommeliaans gesnurkt wordt en niet een enorme vleespudding waar geloei uit opstijgt. Dat irriteert. Bommel mag wel luidkeels snurken, maar dan doet hij dat toch verfijnd. Want hij is een heer! Maar hoe leg je aan Rob Houwer uit wat een heer is? Dat is onmogelijk! Hij vindt dat onzin en het kost maar geld.’

*) Het allerlaatste citaat, in de allerlaatste alinea, van een heer die maar niet doodgaat en het toch zo graag wil, bleef nog dagenlang door mijn hoofd zeuren.



dinsdag 30 augustus 2011

Het geluk van de eenling (2)


Zoiets gratuits als een troostaankoop, daar moet men zich op zekere leeftijd verre van houden. Maar het geforceerde afscheid van het grafiek ‘Dominant Septiem’ lag me zwaar op de maag.
En dus.
In Parijs maakte ik opnieuw de gang naar het antiquariaat waar ik vorig jaar zomaar drie originele dailies van Alex Raymond zag hangen. Dit is wat ik er toen over schreef:

Als je drie stroken Rip Kirby (niet opeenvolgend, wel rijmend door de matige staat en de overmaat aan notities in de kantlijnen) in drie smalle lijsten onder elkaar hangt, dan zie je, minimaal vanuit de ooghoeken, een compositie die je als kunst kunt ervaren.

Ik schreef ook dat ze niet te koop waren.
Ze bleken verkocht.
Nochtans verliet ik de winkel met de belevenissen van een andere enthousiaste pijproker: Auf Luftpatrouille und Weltfahrt - Erlebnisse eines Zeppelinführers in Krieg und Frieden van zeppelinkapitein Ernst A. Lehmann. Gesigneerd door de auteur en met een boodschap dus bevrijdend krankjorum aan de prijs. Een uitgave uit 1936. Krap een jaar later wandelde Lehmann kalm en bijna ongeïnteresseerd uit het brandende skelet van de Hindenburg. De volgende dag stierf hij, zijn rug- en nekpartij was één massa verbrande spieren, pezen en huid.

’s Avonds zei S.: ‘Als ík de smoor in heb, koop ik gewoon schoenen. Of een broek.’
De volgende keer dat ze me zo onzalig bejegent, zal ik mijn geld verkwisten aan een jurkje van Germaine. Dat beloofde ik haar.


maandag 29 augustus 2011

Het geluk van de eenling (1)


Terug naar Parijs om een kunstwerk in te leveren waarvan ik principieel geen afscheid wilde nemen en een hulpeloze aankoop te doen waarvoor in principe geen enkele noodzaak was.

Principes kunnen soms net zo hevig schrijnen als steenpuisten op een zitvlak. Vraag maar aan Hergé.

Maar eerst een samenvatting van het voorafgaande:


Arnon Grunberg in Vrij Nederland, 16 juli 2011.


Morgen: Le retour de Rip Kirby